Home > Characters > Publiek > Thema 1: Deelnemen aan het concertritueel
“Terwijl we zitten te kijken, verschijnen de musici een voor een op het podium. Zij zijn allemaal in het zwart gekleed: de mannen in smoking met wit overhemd en strikje en de vrouwen in een lange zwarte jurk die tot op de enkel valt, zo niet eroverheen. Degenen met een draagbaar instrument dragen dat bij zich op een manier zoals musici dat overal ter wereld doen, alsof het gaat om een verlengstuk van zichzelf of hun lichaam. Hun manier van doen is ingetogen maar informeel, en zij praten bij opkomst met elkaar en begeven zich naar de hen toegewezen stoel. Hun opkomst is ingehouden, kalm; er is niets van het kabaal, de explosie van vuurwerk en het geflikker van gekleurde lampen, en de opzichtige gebaren en het vertoon van extravagante kleding, zoals kenmerkend voor de podium-entree van veel populaire artiesten. Evenmin reageert het publiek op hun opkomst. Ze krijgen bij verschijning op het podium niet eens een welkomstapplaus, terwijl zij op hun beurt net doen alsof ze zich niet bewust zijn van het feit dat ze door zo’n tweeduizend mensen in de zaal worden bekeken. Ze lijken zich zelfs in een andere wereld te bevinden dan die van het publiek, dat van een afstand naar hen kijkt en dat over een paar minuten naar hen zal gaan luisteren als door een visueel en akoestisch doorzichtig – maar sociaal ondoorzichtig – scherm op de rand van het podium.” (Small, Musicking, p. 26)
In zijn beschrijving van een symfonische concertsituatie observeert muzieksocioloog Christopher Small wat er feitelijk in de concertzaal gebeurt. Waarom gedragen wij ons op de manier zoals we dat doen tijdens een concert? Waar komen onze concertrituelen vandaan? En hoe zouden ze anders kunnen zijn? Publieksparticipatie begint met begrijpen hoe jouw participatie in een concert met klassieke muziek een lange geschiedenis heeft.
Er zijn verschillende rollen die je als lid van het publiek kunt aannemen bij een concert met klassieke muziek. Ten eerste is er de rol van consument zodra je overweegt om kaarten voor een concert te kopen. Als consument geef je uitdrukking aan je voorkeuren voor bepaalde orkesten, componisten of composities door wel of niet een kaartje te kopen. Als consument verwacht je een probleemloos traject richting concertzaal: het kopen van kaarten moet gemakkelijk zijn en je gaat uit van een zekere gastvrijheid zodra je bij de zaal aankomt. Er moet bijvoorbeeld voldoende parkeergelegenheid zijn, een uitnodigende staf of vriendelijke vrijwilligers, en je drinkt graag koffie of iets anders voor het begin en na afloop van het concert. Hoewel deze voorwaarden niet inhoudelijk met het concert verbonden zijn, laat onderzoek zien dat ze wel degelijk de concertbeleving beïnvloeden.
Wanneer je de concertzaal binnengaat, verandert jouw rol. Je neemt dan deel aan een muzikale situatie-in-ontwikkeling. Je gaat zitten in een comfortabele concertzaalstoel, en je wacht op het moment dat het orkest op het podium plaatsneemt. Tijdens de uitvoering probeer je de muziek in stilte te beleven. Deze manier van publieksparticipatie noemen we aandachtig luisteren: luisteren in stilte, geconcentreerd en met alle aandacht voor de muzikale uitvoering.
De praktijk van aandachtig luisteren staat centraal bij een symfonisch concert as ritueel. De concertzaal is gebouwd voor aandachtig luisteren: de akoestiek ervan zorgt voor een superieure geluidskwaliteit, en de architectuur ervan zorgt voor een scheiding tussen de buitenwereld en het heiligdom binnen. De concertzaal wordt ook wel vergeleken met een kathedraal gewijd aan de beleving van het seculiere ritueel van aandachtig luisteren naar klassieke muziek. De uitvoeringsruimte doet de luisteraar ‘zwijgen’, vanuit de veronderstelling dat de aandachtigheid van het publiek volledig uitgaat naar de musici.
Aandachtig luisteren komt op het eerste gezicht misschien passief over, maar die vorm van luisteren naar een concert van klassieke muziek vergt vrij veel inspanning. Je moet je concentreren op de uitvoering, en ervoor proberen te zorgen dat je niet wordt afgeleid door geluiden van andere leden van het publiek. Aandachtig luisteren gaat eveneens gepaard met de verwachting dat je enige kennis hebt over de componist en de compositie, waardoor je de context van de muziek begrijpt en wat er relevant aan is. Aandachtig luisteren is een onderdeel van de traditionele klassieke muziekcultuur, die wordt gewaardeerd door zowel klassieke musici als publieksgroepen. Tegelijkertijd wordt deze manier om een concert te beleven door anderen gezien als elitair en uitsluitend – bijvoorbeeld door jongere concertgangers (zie bijvoorbeeld het Bucketlist Concerts).
Als lid van het publiek neem je bij voorbaat al actief deel aan het concert: door aandachtig te luisteren en door de gedragsregels te volgen die bij dit ritueel horen. Maar wat gebeurt er als het orkest afwijkt van dat ritueel, bijvoorbeeld in experimentele of op participatie gerichte concerten?
In het Artful Participation project experimenteerden onderzoekers, musici en staf van philharmonie zuidnederland met andere rollen voor het publiek. Zo vroegen onderzoekers in het experiment Mahler am Tisch zich af of en hoe een publiek zich zou aandienen tijdens een pop-up concert in een café. En voor het experiment Empty Mindsobserveerden onderzoekers het gedrag van het publiek tijdens de uitvoering door het orkest van een experimenteel concert in een gerenoveerd industrieel gebouw.
In het experiment Mahler am Tischhebben drie ensembles – bestaande uit orkestmusici, semiprofessionele musici en amateurmusici – muziek van Gustav Mahler bewerkt voor uitvoering in twee cafés in Maastricht. Het ging om een koperkwintet, een klezmerband en een strijkensemble. De aanwezige cafébezoekers waren niet vooraf geïnformeerd dat er een concert zou plaatsvinden. De onderzoekers maakten deel uit van het publiek en observeerden hoe de musici de muziek uitvoerden en met de cafébezoekers interacteerden, en of en hoe er een muzikale situatie zou ontstaan.
In beide cafés traden de musici op in de directe nabijheid van de cafébezoekers, en dit resulteerde in een intieme, gemoedelijke situatie. Elk van de drie ensembles leek een eigen muzikale situatie in de ruimte te scheppen, inclusief publiek: van een vrolijke en ongestoorde massa voor de klezmerband tot een stil en aandachtig publiek afgestemd op het strijkensemble. Toen de violiste van het strijkensemble opstond en de aanwezige cafébezoekers verzocht om stilte voor het volgende stuk, dat nogal subtiel en zacht van aard was, vroeg zij het publiek om aandachtig te zijn.
Hierdoor bood de violiste ruimte voor de vorming van een publiek – een publiek dat moeite zou kunnen doen zich betrokken te voelen bij de gedeelde situatie, niet omdat aandacht en stilte van de aanwezigen werden verwacht, maar omdat de muziek en de instrumenten dat in die situatie nodig hadden. In tegenstelling tot de concertzaal, waar het bestaande ritueel zo’n gedeelde verantwoordelijkheid voor de muzikale situatie maskeert, liet Mahler am Tisch zien (en horen) dat musici en publiek elkaar nodig hebben om een gedeelde muzikale situatie tot haar recht te laten komen.
Het i-Classics Empty Minds project van philharmonie zuidnederland experimenteerde met een nieuwe vorm van publieksparticipatie. Het concert vond plaats in een zaal voor popmuziek in Maastricht, en in opgeknapt industrieel gebouw in Eindhoven. Het orkest zat niet op een centraal podium, maar werd in kleine groepjes verspreid door de concertruimte, met de dirigent in het midden. Gedurende het concert konden luisteraars rondlopen en naar eigen voorkeur een plek kiezen dicht bij een van de instrumentsecties van het orkest.
Tijdens de concerten diende zich een interessante paradox aan: wanneer leden van het publiek daadwerkelijk de vrijheid ‘namen’ die hen was gegeven tijdens het experimentele concert, bleek het resulterende gedrag niet noodzakelijk gepland of voorzien als ideaal door het artistieke team. Het was zelfs zo dat veel leden van het publiek het tegenovergestelde deden van wat het artistieke team zich vooraf had voorgesteld: men probeerde het experimentele concert op meer conventionele wijze te beleven. Men ging zitten, of liep naar het balkon om het orkest als geheel te kunnen horen, in plaats van verschillende posities tussen de musici in te nemen. Omdat het voor het publiek onduidelijk was wat de gedragsregels waren, greep men terug op een ‘normale’ manier van luisteren tijdens een concert van een symfonieorkest; luisteraars kozen voor een rol waarmee ze reeds vertrouwd waren.
Wat de onderzoekers van dit experiment hebben geleerd, is dat het uitdagend kan zijn voor publieksgroepen om deel te nemen aan een experimenteel concert. Dikwijls zijn er geen duidelijke instructies voor het publiek over hun rol in experimentele concerten, en men moet zelf ontdekken wat te doen in zo’n experimentele concertsituatie. Door je bewust te worden van de bestaande routines en rituelen van het klassieke muziekconcert kun je als lid van het publiek meer reflexief worden: het stelt je in staat om te ontdekken wat je moet doen als die routines worden doorbroken. Door te beseffen dat je deel uitmaakt van het publiek, en dat jouw gedrag dan op bepaalde wijze bijdraagt aan de muzikale situatie, kun je als lid van het publiek mogelijk klassieke muziek op een nieuwe manier beleven – hetzij in een reguliere concertzaal of in een experimentele situatie.
Spronck, V., Peters, P., & van de Werff, T. (2021) Empty Minds: Innovating Audience Participation in Symphonic Practice, Science as Culture, DOI: 10.1080/09505431.2021.1893681
Meer lezen
Cressman, D. (2016) Building Musical Culture in Nineteenth-Century Amsterdam: The Concertgebouw, (Amsterdam: Amsterdam University Press).
Small, C. (1998) Musicking: The Meanings of Performing and Listening, (Middletown, CT: Wesleyan University Press).
Vervolg uw reis
Wanneer ervaar je een concert als ‘goed’? Leden van het publiek voelen zich vaak ongemakkelijk of onzeker in hun beoordeling van een concert dat zij hebben bijgewoond. ‘Maar ik ben geen expert!’ is een veelgehoord antwoord als concertgangers wordt gevraagd naar de kwaliteit van de uitvoering. Maar waarom zou je een expert moeten zijn om klassieke muziekconcerten te beoordelen? Waar komt die gedachte vandaan? Het is zeker mogelijk om op grond van musicologische expertise betekenisvol over klassieke muziek te spreken, maar welke andere manieren zijn er om dat te doen?
Oefeningen om vaardigheden te leren die nodig zijn voor publieksparticipatie!