Home > Characters > Musicus >Thema 2: Een voorstelling maken van een publiek
Als musicus ben je gewend aan een bepaalde manier van werken. Terwijl iedere musicus zijn eigen praktijk en oefengewoontes heeft, worden orkestrepetities en -uitvoeringen gekenmerkt door een bepaalde aanpak en te volgen regels – routines gericht op het scheppen van een voorspelbare en veilige omgeving gericht op een nauwkeurige uitvoering. Zulke routines zijn echter gebaseerd op waardesystemen. Zodra onderliggende waarden veranderen of verschuiven, geldt datzelfde voor oefen- en uitvoeringsroutines. Dit was een van de lessen van het Mahler am Tisch project.
In dat project hebben we de muziek van Mahler en de volksmuziek die hem diende tot inspiratie bewerkt voor uitvoering in een plaatselijk café. Er werden musici uitgenodigd om nieuwe arrangementen te maken van werken uit de klassieke canon – en om open te staan voor een uitvoering ervan die afwijkt van de ‘oorspronkelijke’ versie. Sommigen beschouwden dit als een aantasting van ‘trouw aan de partituur’, een sterk levende opvatting binnen de klassieke muzieksector. Maar de onderliggende waarde van ‘aandachtig luisteren’ kwam zelfs meer ter discussie te staan en wekte groter verzet dan de eigen bewerking van de klassieke canon.
De klassieke muziekpraktijk is sterk gericht op de overtuiging dat alleen aandachtig beluisterde concerten waarde hebben, wat nauw verbonden is met het belang dat wordt gehecht aan het vermogen van de musicus om als expert de ‘originele compositie’ te herscheppen (ofwel trouw te zijn aan de partituur). Dit leidt mogelijk tot wantrouwen tegenover het smaakgevoel van luisteraars – zij worden immers als ‘amateurs’ gezien en niet als ‘experts’ die in staat zijn om de complexiteit van het klassieke repertoire te waarderen. In het Mahler am Tisch project waren onderzoekers echter geïnteresseerd in een benadering van het publiek als ‘expert’ – er werd van publieksgroepen niet gevraagd dat zij ‘aandachtig moeten luisteren’, maar dat ze de muziek gewoon moeten beleven in de informele omgeving van een café. Het bleek echter lastig voor de musici om die benadering te omarmen.
De onderzoekers erkenden de waarde van aandachtig luisteren (voor zowel de musici als het publiek), maar zij vroegen zich ook af of de strikte manier waarop dit gedrag in de conventionele setting voor een klassiek concert wordt geïmplementeerd een barrière voor (nieuwe) publieksgroepen zou kunnen vormen. Om deze gedachte nader te onderzoeken, werden de musici aangemoedigd om binnen het kader van dit project een aanzet te geven tot verandering van de betekenis van ‘aandachtig luisteren’ – om meer over de totale beleving na te denken en over het publiek als een groep individuen met eigen waarden. Deze benadering behelst een verschuiving van aandacht opeisen als handelingsmodel naar betrokken waarneming als handelingsmodel..
Op deze manier kan natuurlijk een vorm van aandachtigheid worden bereikt, maar het gaat daarbij om een verzoek, niet om een eis. Aandacht vragen voor muzikaal spreken, voor het performen en vertellen van een verhaal, is het publiek uitnodigingen om (deels) verantwoordelijkheid te nemen voor de muzikale situatie. Deze benadering is gericht op het openbreken van de wijze waarop publieksgroepen aandachtig naar concerten kunnen luisteren en de manier waarop musici zich tegenover het publiek opstellen.
Voor de musici van Mahler am Tischvormde deze nieuwe benadering van het publiek een wezenlijke eerste stap – die tegelijk een verandering inhield voor hun benadering van de muziek. Aanvankelijk keken zij nog steeds naar het publiek als non-experts die wel weinig belangstelling voor Mahlers muziek zouden hebben: sommige musici stelden voor om meer ‘lichte’ volksmuziek te spelen (en minder Mahlerbewerkingen) vanuit de aanname dat het publiek dit repertoire beter zou ‘verteren’.
Eén groep besloot echter moedig te zijn en koos ervoor om een aangepaste versie van Mahlers Adagietto (voor harp, strijkkwartet en bas) uit te voeren. Een traag en intens stuk als dit is geen typische cafémuziek – maar na het besluit dit stuk te spelen gaf men veel aandacht aan de interpretatie ervan en de manier waarop het aan het publiek zou worden gepresenteerd. Het ensemble lette meer op tempo en beweging (en minder op rubato) en werkte actief aan een betere onderlinge communicatie – van meer belang in een rumoerige cafécontext – door hun lichaamstaal geprononceerder te maken, en meer als een band op te treden. Deze elementen verstevigden de cohesie binnen het ensemble, zowel muzikaal als visueel, zoals tot uiting kwam in bepaalde communicatieve en onderhoudende aspecten van de uitvoering. Door zich actief te richten op andere manieren van luisteren slaagden de musici erin het publiek naar zich toe te trekken.
Optreden in cafés met bewerkte klassieke muziek en met een andere benadering van kamermuziek betekende dat de musici nieuwe uitvoeringsvaardigheden moesten verkennen. Die vaardigheden werden ontleend aan een alternatief perspectief op het publiek – een benadering van aandachtig luisteren door middel van betrokken waarneming.
Mahler am Tisch was met opzet gericht op het doorbreken van de routineuze manier van denken over muziek (‘trouw aan de partituur’) en het publiek (‘aandachtig luisteren’ en ‘non-experts’) – en het repetitieproces ging dan ook gepaard met onzekerheid, frustratie en weerstand onder de musici. Zij waren vooral bezorgd dat de verschuiving van de focus van de muziek naar het publiek hun algehele uitvoering negatief zou beïnvloeden, ook al werd er bij het repeteren nog steeds rigoureuze aandacht aan muzikale details geschonken.
Maar het bewerken van muziek en het nadenken over lichaamshouding vergen tijd, die onherroepelijk ten koste gaat van de normale repetitiepraktijk. Dit bleek een lastige aangelegenheid, zowel mentaal als logistiek. Veel musici vonden het bovendien moeilijk om het publiek te ‘vertrouwen’ – dat zij op grond van hun smaak naar Mahlers muziek zouden willen luisteren en niet slechts naar de volksmuziek die hem had geïnspireerd. Ondanks deze kwesties bleken de musici echter in staat om hun waardestelsels en de praktijken die daarbij horen te heroverwegen. Uiteindelijk waren zij in staat om – samen met het publiek – levendige en open muzikale ervaringen te scheppen.
De musici van het Mahler am Tisch project werd gevraagd om hun uitvoering anders te benaderen, en gebruik te maken van vaardigheden waarmee niet alle leden van het ensemble vertrouwd waren. Op bepaalde momenten in het proces werden de musici gestimuleerd om het begin van de stukken ‘op gehoor te spelen’, wat geen gewoonte in de klassieke muziekpraktijk is. Ze hebben ook gewerkt aan hun lichaamshouding en hun bereidheid tot meer expressieve en geprononceerde gebaren.
Mahler am Tisch was er doelbewust op gericht om musici uit hun comfortzone te halen. Ze moesten hierdoor hun vaste denk- en werkwijzen deels loslaten. Zonder vaste uitvoeringsnormen en zonder de vanzelfsprekende verwachting van een stil en aandachtig luisterpubliek werden zij kwetsbaar. Zij kregen het verzoek om bij het repeteren een bepaalde voorstelling van het publiek in een specifieke context voor ogen te houden. Zo’n reflexieve uitnodiging vraagt van musici om hun normale werkwijzen te heroverwegen en verschuift de aandacht van muzikale verfijning naar andere vaardigheden die nodig zijn bij een andere uitvoering: zoals communicatieve lichaamshouding en interpretatieve flexibiliteit. Het oefenen van deze vaardigheden vergt een attitudeverandering, en ook tijd – tijd die niet altijd direct beschikbaar is in het standaard repetitieproces.
In het Etude-gedeelte tref je oefeningen aan waarmee je een paar van de vaardigheden zelf kunt oefenen. Welke andere vaardigheden zijn volgens jou relevant voor uitvoeringen voor andere publieksgroepen of in andere omgevingen?
Wil je meer lezen over dit experiment? Voor een uitgebreide beschrijving zie de volgende wetenschappelijke artikelen:
Eve, I. (2020). The Same but Differently. Maastricht: Research Centre for Arts, Autonomy & the Public Sphere.
Van de Werff, T. Eve, I. & Spronck, V. (forthcoming) Experiments in Participation: performing audiences in the symphony orchestra practice. In Dromey, Chris (ed.) The Routledge Companion to Applied Musicology. London: Routledge.
Bronnen
Litt, E. ‘Knock, Knock. Who’s there? The Imagined Audience’, Journal of Broadcasting & Electronic Media, 56/3 (2012), 330–345.
Vervolg uw reis
Een orkest functioneert in zekere zin als een machine, met strikte hiërarchieën en rolverdelingen. Maar het orkest is ook een organische organisatie van verschillende mensen, die allemaal samenwerken om geweldige concerten en onderwijsprogramma’s mogelijk te maken. Wat is jouw rol als musicus in de organisatie van het orkest? Hoe kun je bij jezelf een groter besef van jouw belang en verantwoordelijkheid in nieuwe uitvoeringscontexten stimuleren?
Oefeningen om vaardigheden te leren die nodig zijn voor publieksparticipatie!