Home > Characters > Innovator > Thema 2: Cultivering van reflexiviteit binnen het orkest
In het eerste thema van de Reis van de Innovator worden drie vormen van leren besproken: therapeutisch, experimenteel en reflexief leren. Elk van deze vormen vraagt om een specifieke rol van de innovator. In thema 2 richten we de focus op reflexief leren (het derde type leren), en hoe je als innovator reflexiviteit binnen het orkest kunt stimuleren.
Waar therapeutisch leren zich richt op het expliciet maken van impliciete werkwijzen en experimenteel leren op leren door dingen anders te doen, gaat reflexief leren over het inbedden van het vermogen tot leren in de organisatie van het orkest. Reflexief leren vergroot het vermogen om te gaan met onzekerheden en te anticiperen op onverwachte veranderingen. Deze vorm van leren vereist een bereidheid, openheid en verlangen onder staf en musici van het orkest om dingen anders te doen. Hoe kun je als innovator zo’n leerhouding binnen jouw orkest stimuleren en inbedden?
In de praktijk kan reflexief leren een grote uitdaging zijn. In een orkest met een strikte planning en een volle agenda zijn musici en staf geneigd alles in te zetten op het eindresultaat: het concert. Maar leren vereist een focus op het proces: de wijze waarop je samen met musici en staf concerten organiseert, uitvoert en evalueert. Wil het functioneren van het orkest als geheel baat hebben bij reflexief leren, dan moet deze leervorm worden geïntegreerd in de dagelijkse praktijk van zowel staf als musici. Dit vereist strategische keuzes, zoals ten aanzien van het investeren van tijd en geld zonder dat de kernactiviteiten van het orkest worden aangetast. De integratie van reflexief leren als een cruciaal onderdeel van de dagelijkse orkestpraktijk vereist welwillendheid en moed bij alle betrokkenen.
Als innovator kun je beginnen met zoeken naar bestaande ruimte in het orkest voor reflexief leren. Welke ruimte voor reflectie op reguliere en experimentele projecten is al beschikbaar voor staf en musici? Welke leermogelijkheden zijn er binnen jouw organisatie reeds aanwezig? Wanneer, waar en met wie vinden evaluaties van experimentele- of participatieprojecten plaats, en wat gebeurt er met die evaluaties? Reflexief leren vereist dat er voortdurend gestructureerde momenten beschikbaar zijn voor (zelf-)evaluatie binnen de organisatie van het orkest.
Bijvoorbeeld in het experiment The Learning Orchestra wilden onderzoekers bijvoorbeeld een samenwerkende leerruimte opzetten waar musici, medewerkers en onderzoekers inzichten en ervaringen van experimenten konden delen. Het delen van inzichten en ervaringen motiveerde anderen om datzelfde te doen. In verschillende soorten bijeenkomsten met heterogene groepen deelnemers, reflecteerden musici en staf over een reeks organisatorische kwesties, en zij creëerden leeroefeningen om reflexief leren in de praktijk te bevorderen. Tijdens die bijeenkomsten merkten onderzoekers dat kennis en expertise van musici en staf vaak in hokjes is verdeeld binnen de organisatie van het orkest. Het scheppen van een ruimte waar musici en staf uit verschillende afdelingen en secties van het orkest hun ervaringen met experimentele concerten kunnen delen, kan zichtbaar maken hoe ervaringen en expertise binnen het orkest beter gebruikt kunnen worden.
Als innovator nodig je musici en staf feitelijk uit om jouw rol te delen. Je helpt die collega’s om te reflecteren op gemaakte keuzes, op potentiële risico’s en kansen, op de rol van het voorgestelde publiek in het proces, en op mogelijke belangen, fricties, weerstanden, obstakels en uitdagingen. Om reflectie of leren mogelijk te maken, kan het zinvol zijn om belangrijke aspecten van dat hele proces vast te leggen door ze te documenteren. Deze documentatie kan de vorm aannemen van geschreven aantekeningen, geluidsopnamen of foto’s.
Evaluatie wordt door musici en staf vaak als een vorm van oordelen beschouwd. Evaluatie wordt dan meestal gezien als een zwart-wit plaatje: een concert of experiment is ‘goed’ of ‘slecht’, succesvol of een mislukking. Onderzoekers zagen deze beoordelingsvorm – louter in termen van positief of negatief – bij de evaluatie van de experimenten Empty Minds en Mahler am Tisch. Zo’n zwart-wit oordeel verraadt echter een beperkte opvatting van evaluatie. Bij een experimenteel of op participatie gericht concert gaat het niet primair om het vellen van een oordeel, maar om ervan ervan te leren..
Experimentele- en participatieprojecten bevatten mogelijk veel leermomenten. Tijd nemen voor evaluatie – met inbegrip van expliciete ontwikkeling van vruchtbare manieren ervoor – is dan ook cruciaal voor reflexief leren. Evaluatie van zulke projecten moet niet slechts na afloop gebeuren, maar tijdens de hele ontwikkeling van zo’n project. Tussentijdse evaluaties zijn zinvol voor het (her)formuleren van artistieke criteria, en om het project gedurende de ontwikkeling ervan goed in het vizier te houden.
Je kunt evaluaties delen in de vorm van kleine vignetten: kernachtige verhalen over betekenisvolle ervaringen. Of door eerst te kijken naar wat goed heeft gewerkt, en vervolgens naar wat er nodig is om het experiment in de toekomst te herhalen. Welke vorm je ook kiest, het is belangrijk dat diverse musici en staf eraan kunnen bijdragen, om wederzijdse reflectie en leren mogelijk te maken. Zo’n vorm van concertevaluatie vergt tijd. Maar door de potentiële inzichten en lessen van zulke projecten zijn ze uiterst relevant voor het bevorderen van reflexief leren binnen jouw organisatie.
Voor een innovatieve en duurzame impact van experimenten op de vormgeving en organisatie van klassieke muziekconcerten zijn verschillende vormen van leren nodig. Zo is er bij alle betrokkenen een verschuiving nodig van productoriëntatie naar procesoriëntatie. En het vergt tijd en moeite om te leren: om je expliciet bewust te worden van impliciete routines (therapeutisch leren), of te leren door in de praktijk dingen anders te doen (experimenteel leren). Artistiek betekenisvolle innovatie vereist reflexief leren door de tijd heen. Ter stimulering van het vermogen van musici en staf om met onzekere muzikale situaties en onverwachte veranderingen in hun routines om te gaan, kan een innovator de aanzet geven tot het scheppen van gestructureerde en terugkerende momenten van reflectie en (zelf-)evaluatie binnen het orkest.
Wil je meer lezen over dit experiment? Een uitgebreide beschrijving is te vinden in het volgende wetenschappelijke artikel:
Peters, P., Van de Werff, T., Benschop, R., Eve, I. (2022) Artful innovation: How to experiment in symphonic music practice. In Chaker, Sarah & Petri-Preis, Axel (eds), Tuning Up – Innovative Potentials of Musikvermittlung. Bielefeld: Transcript Verlag.
Benschop, R. & Peters, P. (2009). Samen Innoveren. naar een Europees niveau in de podiumkunsten, Maastricht: Zuyd Hogeschool.
Hommels, A., Peters, P. & Bijker, W.E. (2007). Techno therapy or nurtured niches? Technology studies and the evaluation of radical innovations. Research policy, 36(7), 1088-1099.
Iedema, R. Mesman, J. & Carroll, K. (2013). Visualising health care practice improvement: innovation from within. London: Radcliffe Publishing.
Kolb, David A. (1984). Experiential learning: Experience as the source of learning and development. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.
Schön, D.A. (1984). The reflective practitioner: How professionals think in action. New York: Basic Books.
Vervolg uw reis
Innovatie is nauw verbonden met leren. Maar hoe kun je leren in de dagelijkse praktijk van het orkest? En wat kun je leren? Het opnieuw nadenken over publieksparticipatie begint in bewustwording van hoe het publiek al aanwezig is in de reguliere symfonische praktijk. Door een observator te worden van je eigen orkest ben je in staat om impliciete verwachtingen, normen en idealen over publieksgroepen zichtbaar te maken – en veranderbaar. Hiernaast kun je experimentele of op participatie gerichte concerten ontwikkelen met als doel om ervan te leren.
Oefeningen om vaardigheden te leren die nodig zijn voor publieksparticipatie!