Als orkestmusicus ben je een geoefend professional. Jarenlang heb je gewerkt met de canon van het klassieke repertoire, gericht op het perfectioneren van je technische en muzikale vaardigheden. Je bent in staat om de meesterwerken uit de klassieke muziek te spelen, vaak binnen een beperkte tijd voor repeteren, en je hebt geleerd om deze werken met stilistische verfijning in concertzalen uit te voeren. De routines van denken en werken voor de beheersing van je muzikale vaardigheden en het tonen ervan op het podium zijn helder.
Maar wat gebeurt er zodra deze routines niet langer vanzelf spreken, of zelfs afwezig zijn? Die routines en idealen zijn mogelijk niet langer bruikbaar zodra je buiten de concertzaal, voor een niet-gangbaar concertpubliek of in een experimentele setting optreedt. Wat is ervoor nodig om in een nieuwe context op te treden? Hoe repeteer je een stuk voor niet-gangbare concertpublieksgroepen? En hoe ga je om met de onzekerheden die deel zijn van zulke experimentele uitvoeringen?
Het experimenteren met publieksparticipatie vormt mogelijk een uitdaging voor de meest basale routines van orkestmusici en vereist mogelijk een niet-traditionele denktrant en andere vaardigheden naast de muzikale. Op deze reis krijg je de gelegenheid om een paar van deze uitdagingen en vaardigheden voor het anders denken over klassieke muziek, en het repeteren en uitvoeren ervan, te verkennen.